Een terugblik op het kennisevent over natuurinclusief en klimaatadaptief ontwikkelen.
In zijn introductie vat Phillip Smits kort samen waarom klimaatadaptatie hoog op de agenda van iedere projectontwikkelaar thuishoort: “Koud wordt kouder, warm wordt heter, nat wordt natter, droog wordt droger, en dat gaat steeds vaker gebeuren”. Met de kletsnatte oktobermaand nog vers in het geheugen wijst Smits op vasthouden van regenwater als één van de belangrijkste opgaven van nu: “want drinkwater wordt straks een schaars goed”. Maar ook de toenemende stijging van de zeespiegel baart de Rotterdammer zorgen. Hij geeft uit voorzorg een eenvoudige rekenregel mee, waarmee je ook op termijn droge voeten houdt: “Wat de klimaatrapporten nu ook zeggen, het wordt straks twee keer zo erg”.
Bij natuurinclusiviteit denkt Phillip Smits op de eerste plaats aan het welzijn van de bewoner: groen geluk, en de directe relatie met gezondheid: “Het steekt mij heel erg dat we weten dat op bepaalde plekken in Nederland mensen gewoon korter leven. Daarom moeten wij als projectontwikkelaars onze creativiteit inzetten voor een groenere en duurzamere omgeving”.
Rotterdamse Dakendagen
Léon van Geest is oprichter van de Rotterdamse Dakendagen, hij opent de middag met een wervelende presentatie over het inzetten van onbenutte daken. Onder andere voor het vasthouden van water en het bevorderen van biodiversiteit in de stad. Het is een verhaal met vaart en na 20 minuten is de hele zaal overtuigd: die 18,5 km2 onbenut Rotterdams dakoppervlak heeft een enorm potentieel. Houd vooral ook de website van de Rotterdamse Dakendagen in de gaten voor updates over hun drukbezochte events.
Filmpremière
De korte documentaire Een Wijk Vol Leven is ontstaan op initiatief van Blauwhoeders Nadia van Zoest en Melissa George. Zij zochten naar een manier om zowel professionals als bewoners inspireren tot het vergroenen van de leefomgeving. Toen ze de serie Grijsgroen van programmamaker Rik van der Linden op tv zagen, over stadsnatuur in Rotterdam, namen ze contact op met deze zelfbenoemde ‘Reclamemaker voor de Natuur’. Het resultaat is, in de woorden van Phillip Smits “een cadeau voor Blauwhoed”. De documentaire gaat over natuur in nieuwbouwwijken en over de waarde van een groene, biodiverse tuin. Het verhaal wordt verteld door de landschapsarchitect, de projectontwikkelaar en de bewoners. Op een verfrissende manier laten zij zien hoe je zelf ook kunt vergroenen, én waarom het belangrijk is dat de hele keten hieraan bijdraagt.
Rik van der Linden is een filmmaker met een missie. Drie jaar geleden heeft hij besloten dat al zijn werk voortaan in dienst van het leven en de natuur moet staan. Het mooie van de samenwerking is dat Rik door Blauwhoed in staat werd gesteld om een film te maken waar hij zelf 100% achter staat.
Panelgesprek
Na de première neemt Rik zitting in het panel dat in gesprek gaat over natuurinclusief ontwikkelen en bouwen, samen met Nanda Sluijsmans (Stedenbouwkundige en landschapsontwerper), Tim Tabak (NEST Natuurinclusief) en Eltjo Bouwman (Blauwhoed), die overigens ook figureert in de documentaire. Yvonne van Mierlo (Blauwhoed) en Wouter Truffino (Holland ConTech & PropTech) leiden samen het gesprek.
“Wat zijn de uitdagingen voor natuurinclusief bouwen?” wil Wouter weten. “De grootste uitdaging is om mensen te laten inzien dat het alleen maar voordelen heeft,” stelt Eltjo Bouwman. “De voordelen zijn aantoonbaar en evident, maar dat is nog niet voor iedereen duidelijk. Voor de sector is het vooral van belang dat groen en blauw vanaf dag één integraal onderdeel zijn van de planvorming én dat je daaraan vast blijft houden. Het is niet optioneel, maar standaard.”
Vervolgens is de vraag: wie gaat dat betalen? Tim Tabak denkt dat die framing niet klopt. “Waarom gaan we er vanuit dat het sowieso een extra kostenpost is? Als je het goed doet, de juiste stappen zet, op de juiste plek en op het juiste moment in het proces, dan hoeft dat niet tot extra kosten te leiden. Je moet wel goed beseffen dat je nooit met een clean sheet begint. Kijk dus op de eerste plaats naar de waarden die al aanwezig zijn in een gebied en sluit daarop aan. Welke soorten komen er al voor? Wat hebben die soorten nodig in hun directe leefomgeving? En hoe kun je extra waarde toevoegen voor ze? Dat zijn de stappen die je doorloopt als je het goed wil doen. Er zijn een paar dingen die je altijd kunt doen, zoals groene daken aanleggen, wadi’s, maar het is nooit one size fits all. En ten slotte: zorg ervoor dat de maatregelen ook echt landen in het te ontwikkelen gebied.”
Bomen, bomen, bomen
Nanda Sluijsmans heeft nog een aanvullende tip als het gaat om ‘altijd goed’ maatregelen: bomen, bomen, bomen. “Als je ruimte maakt voor bomen in je plan, dan komt de rest vanzelf mee. Een boomkroon is waardevol voor tientallen vogelsoorten en insecten, en het wortelstelsel verzet veel werk als het gaat om wateropvang en bodemkwaliteit. Je hebt meteen ook ruimte voor struiken en voor wadi’s. Dus als je bomen in je plan hebt hoef je geen ellenlange lijsten met oplossingen meer af te vinken. Een paar bomen planten is véél beter dan de buurt volhangen met nestkastjes. En trouwens, ik ben in de 20 jaar dat ik dit werk doe nog nooit een beheerder tegengekomen die zei: Een boom? Dat kan niet.”
Extra kosten kun je volgens Nanda ook vermijden door de juiste keuzes te maken wat betreft de beplanting. “Ga bijvoorbeeld niet om de halve vierkante meter een andere plantsoort bedenken.”
Groen-blauwe structuurvisie
Wouter Truffino wil weten welke stakeholders de toon zetten. Tim Tabak denkt dat de gemeente een invloedrijke stakeholder is: “Het is belangrijk dat gemeenten een heldere visie ontwikkelen op biodiversiteit en natuurinclusief bouwen. Volgens mij begint een goede en soepele samenwerking met een goede gemeentelijke beleidsvisie. Als je aan de slag gaat met een gebiedsontwikkeling en er ligt bijvoorbeeld een groen-blauwe structuurvisie, dan weet je als ontwikkelaar waar je onderdeel van uitmaakt, hoe het landschap eruit ziet en waar je op kunt aansluiten. In sommige gevallen kan het ook gaan om een puntensysteem. Dat kan handig zijn om op terug te vallen. Het belangrijkste is dat je niet op je eigen houtje dingen gaat doen, maar dat je inzicht hebt in het systeem waar jouw ontwikkeling een integraal onderdeel van is.”
Eltjo Bouwman merkt dat ook beleggers steeds meer de waarde zien van groene wijken. “Duurzaamheid in de breedste zin van het woord is cruciaal voor beleggers. Natuurinclusiviteit wordt daar steeds meer een onderdeel van. De exploitatielasten – denk aan beheer – blijven altijd een vraag voor de belegger, maar als je dat goed kunt uitleggen is het geen drempel. Daarnaast blijkt dat ook huurders zich veel prettiger voelen in een groene omgeving, en minder snel verhuizen.”
GEPwater innovatie-pitch
Dan is het tijd voor een intermezzo. Concept- en innovatiemanager Koen Harleman (Blauwhoed) interviewt Fred Prins. Hij is oprichter van GEPwater, een bedrijf dat in 2000 is gestart vanuit de Universiteit Twente. Fred is specialist op het gebied van klimaatadaptieve oplossingen voor gebruik, bufferen, infiltreren en vertraagd afvoeren van regenwater. Hij heeft ook een visie op centraal watermanagement: “Tot zes maanden geleden, toen BBB gigantisch won, was ik actief binnen het Waterschap. Maar nu dus niet meer,” bekent Fred met spijt in zijn stem. Want één ding is duidelijk: hij heeft een passie voor water. Alle oplossingen die GEPwater aanbiedt worden eerst uitgebreid getest, en Fred doet dat vaak op en rond zijn eigen woning. De foto’s in de presentatie zijn het bewijs dat hij daarbijall the waygaat. Regenwater infiltreren op Zeeuwse klei? Fred gaat de uitdaging aan, en hij creëert waterberging op een locatie waarvan experts zeggen dat het daar onmogelijk is.
De Glasfabriek (Schiedam) en Casa Vita (Pijnacker)
De middag wordt afgesloten met een rondje langs de velden: twee projecten van Blauwhoed worden toegelicht door een panel met opnieuw Nanda Sluijsmans (nu mede namens de gemeente Pijnacker-Nootdorp), Marcel Schippers (Dudok Real Estate), Dirk Verhagen (Urban Synergy) en Joris Burggraaff (Blauwhoed).
Casa Vita is eerder uitgebreid aan de orde gekomenop de KAN-website. Het verhaal vanDe Glasfabriekis minstens even bijzonder. Blauwhoed en Dudok Real Estate deden in eerste instantie onafhankelijk van elkaar mee aan de prijsvraag: “Een andere partij had gewonnen, en wij bleken allebei tweede te zijn geworden. Omdat de winnaar inmiddels niet meer actief is, kwam deze nieuwe samenwerking tot stand,” vertelt Marcel Schippers.
Vooral de schaalgrootte van het project is voor stadsnatuur heel interessant. Het gaat om een gebied van 5,5 ha in het centrum van Schiedam met 84 woningen, twee horeca-ruimtes aan het water en veel ruimte voor groen: het Glaspark.
Marcel Schippers: “Zo’n 97% van het gebied is nu verhard en de grond is verontreinigd, maar straks moet je als bewoner gewoon een spade in de grond kunnen steken, zonder op de toplaag van de parkeergarage te stuiten. Je wil flinke bomen in de grond kunnen poten. Maar aan de andere kant van het gebied is misschien een plek waar bomen niet kunnen, dus daar ga je dan het parkeren onderbrengen. Op zo’n manier is het gebied stedenbouwkundig geanalyseerd.”
“Inmiddels is 50% van de fabriek al weggehaald, en er wordt veel grond afgevoerd. Maar waar haal je nou je nieuwe grond vandaan? Als je op dit moment ‘gewoon’ grond bestelt, dan is er een goede kans dat die uit Polen komt, en dus een heel ander bodemleven heeft dan Schiedamse aarde. Daarom moet je ook heel goed kijken waar je je grond vandaan haalt.”
Visie uitdragen
Ook NL Greenlabel is betrokken bij het project. Zij zorgen voor de ‘stip op de horizon’ en houden de vinger aan de pols als het gaat om het uiteindelijke doel: het maken van een mooie groene omgeving die ook weer in verbinding staat met andere groene gebieden.
Rick de Geus is ontwikkelingsmanager bij Blauwhoed: “Ik heb gemerkt dat het heel belangrijk is om aan het begin van een ontwikkeling een heldere visie te communiceren. Intern én extern. We hebben hier een hoge duurzaamheidsambitie en een hoge vergroeningsambitie. Om mensen daarin mee te krijgen is het van belang dat je dit duidelijk uitspreekt. En ook weer als er wisselingen van de wacht zijn bij de betrokken organisaties.”
Voor Yvonne van Mierlo is dit herkenbaar. Ze nodigt Eltjo Bouwman uit om te reageren: “In eerste instantie werd er gekeken naar een visie voor dit gebied op basis van industrie en glas. Pas later werd besloten tot de stap richting een flinke vergroening. Nu is iedereen om, het hele team gaat er vol voor. Het industriële aspect zit nog steeds heel mooi in het plan verwerkt, maar hier was sprake van een transformatie in het denken: van industrie naar ecologie.”
Tekst: Anton Coops
Beeld: Blauwhoed